de reigermoordenaar
Door: Annette
Blijf op de hoogte en volg Annette
26 September 2009 | Vietnam, Hanoi
Tinh Long is een piepklein vissersplaatsje. Er wordt geprobeerd een toeristenplaats van te maken, het is een ‘new beach’. Natuurlijk ligt het strand er al lang, maar er wordt hier nu wat aan toerisme gedaan. De reden ook dat ik er ben, ik heb een hotel nodig, buitenlanders mogen nou eenmaal niet slapen waar ze willen.
Nadeel voor het toerisme is dat dit dorpje zo ver bij de rest van de wereld vandaan ligt en dat de zee niet erg schoon is in verhouding tot de andere stranden in de omgeving, dat alleen mensen uit de provincie er komen. En slakken verzamelende Hollanders natuurlijk.
Zo komt het dus dat ik ‘de buitenlander’ ben. Iedereen uit Tinh Long weet ondertussen hoe oud ik ben, dat ik uit Nederland kom, hoe groot ik ben en dat mijn Vietnamees schandalig slecht is. Ik kom veel in het dorpje. Mijn hardlooprondje is langs de vissers die ’s morgens de netten binnenhalen. Op de terugweg richting hotel haal ik ontbijt bij een van de oude vrouwtjes langs de kant van de straat (ontbijt wat je rijst-met-groene-bonen-toelie zou kunnen noemen) en ik haal een pakje melk bij een ander oud vrouwtje. ’s Avonds als mijn werk erop zit ga ik naar de avondmarkt om fruit te halen of naar het internetcafé om met de rest van de wereld te kunnen communiceren. Ik doe mijn best om tegen iedereen ‘Hello’ te zeggen, tegen idereen te lachen en vooral de kinderen ‘Good morning’ en ‘Hello’ te wensen. Tegen de hele kleintjes en 80+ ers zeg ik ‘Xin Chào’ (‘hallo’ in het Vietnamees). Na een paar weken zijn we langzaam aan elkaar gewend en zijn ze niet langer bang voor me of ik voor hun. De kinderen zeggen ‘Hello’ terug en de oude mannetjes die altijd op hetzelfde muurtje zitten zeggen altijd ‘Hoá Lan’ als ik voorbij kom, wat 'Nederland' betekend.
Er is hier ’s avonds altijd een groepje meisjes wat door een ouder meisje dansjes leert. De moeders, vriendjes en vriendinnetjes en andere belangstellenden gaan allemaal zitten kijken. Op een dag was ik moe en vond dat ik wel wat ontspanning verdiend had, dus liet ik mijn haar wassen. Daar hoort altijd een heerlijk ontspannen hoofdmassage bij. Ik had er niet over na gedacht dat het tijdstip dat ik daar was tegelijk met het begin van het dansen was. De heerlijk ontspannen hoofdmassage vond dus plaats met zo’n 20 nieuwsgierige kinderen die om me heen stonden en luid tegen elkaar aan het babbelen waren, waarschijnlijk over de vorm van m’n neus of de kleur van mijn haar. Maar dat maakte me niet uit, ik was vastbesloten om volop te genieten van de massage. De kapster en de klant voor me, een oudere vrouw waren een beetje aan het roddelen en probeerden me wat vragen te vragen. Hoewel we geen taal gemeen hadden zijn kappersgesprekken overal op de wereld hetzelfde en ik ontspande me bij het gekeuvel en wist ze ondertussen mede te delen dat ik uit Nederland kom, 26 jaar oud ben, 1.83 groot en dat ik nog geen twee kinderen heb.
Na afloop besloot ik nog een tijdje naar het dansen te kijken, dus ik ging op een willekeurige vrije stoel zitten die iemand uit z’n huis had meegenomen en daar neergezet. De vrouwen gingen om me heen zitten, deden pogingen met me te praten en keken samen met me naar hun en elkaars kinderen.
De volgende dag kwam ik terug van een internetsessie en ik liep langs het dansklasje. Ze waren al uitgedanst, maar hadden blijkbaar op me staan wachten. Ik denk dat zo’n 25 kinderen en hun juf (allemaal maatje m’n navel) om me heen kwamen staan. Ze begonnen met ‘What’s your name?’. Een paar van de kleine kleuters hadden op school een liedje geleerd: ‘Hello hello hello hello hello hello. What’s your name? My name is John. Hello hello hello’. Die gingen ze voor me zingen. Het engelse lesboek van een van de wat oudere meisjes werd erbij gehaald zodat hun juf (19 jaar) me wat vragen kon stellen (What is your cheapest appartment? Uh…). Prachtig hoe ze over hun verlegenheid om fouten te maken heen waren. Na een tijdje geneuzeld te hebben besloot ik dat het mooi geweest was en zei: ‘Choc ngu ngon’ (welterusten). Alle 25 antwoorden ze in koor: ‘Choc ngu ngon’. De moeders en ik moesten lachen. Terwijl ik wegliep hoorde ik de kinderen nog ‘Good bye’ en ‘Good night’ roepen.
Tja, zo leuk is het om ‘de buitenlander’ te zijn. Maar het is ook wel een beetje een verantwoordelijkheid. Zo wil ik altijd vriendelijk zijn (en dat ben ik niet zoals jullie weten ;)), altijd beleefd, maar toch binnen mijn eigen grenzen blijven. Ik wil de mensen hier laten zien dat wij buitenlanders aardig zijn en ongevaarlijk. Toch wil ik ook laten zien dat wij andere gewoontes hebben, maar dat we daarom toch prima samen kunnen leven.
Ik praatte in mijn hotel bijvoorbeeld met een man die al jaren Engels leert maar pas één keer met een buitenlander gesproken had. Dit vond plaats bij een bezoek aan Hanoi, maar dat was een hele korte conversatie en de betreffende buitenlander begreep hem bijna niet. Het is lastig voor deze Vietnamese man om te begrijpen dat wij buitenlanders ook maar mensen zijn, dat half Vietnam altijd tegen ons wil praten en dat we soms moeite hebben om altijd middelpunt van de belangstelling te zijn. Dat hij waarschijnlijk de 52e Vietnamees was die binnen een paar uur met die buitenlander wilde praten, dat het hoogstwaarschijnlijk best een aardige buitenlander was, maar dat het net even wat teveel was. De buitenlander wilde waarschijnlijk gewoon zelf alleen (want dat willen wij westerse mensen nou eenmaal) rondkijken of wat hij ook aan het doen was.
Na deze ervaring durfde de man eigenlijk niet meer tegen buitenlanders te praten en hoewel hij aan me merkte dat ik er eigenlijk geen zin in had (ik had nog bergen werk te doen en zag m’n bedtijd met de minuut later worden) vertelde hij me hoe blij hij was dat hij gewoon met me kon communiceren en dat ik hem begreep en dat het helemaal niet eng was.
Ik moest innerlijk lachen en had een flashback naar een skype gesprek met een vriend van me in Nederland. Hij vertelde me dat de taalbarrière hem het meest tegenhoud bij het eventueel gaan naar Azië.
Mijn visie: we zijn allemaal mensen, opgebouwd volgens hetzelfde bouwplan en wonend op dezelfde planeet. Onze lichaamstaal is hetzelfde. Bovendien moeten we allemaal eten, drinken en naar de wc. Waarom vinden we elkaar zo eng? Ik spreek hun taal niet, zij mijn taal niet. Dat is een wederzijds probleem waarbij beiden evenveel ‘schuld’ hebben. Het doet in mijn ogen niets af aan het feit dat we allebei nog steeds mensen zijn die eten en drinken willen en af en toe naar de wc moeten. Of mis ik iets?
En als er een reiger in je vijver staat, dan bel je gewoon de reigermoordenaar die met een motorbike vol dode reigers en een geweer om zijn schouders aan komt tuffen om te zorgen dat deze reiger geen vijvers meer kan leegvissen…
-
26 September 2009 - 14:17
Stefanie:
he hoi
helemaal eens met je stelling :P maar worden wij mensen niet wat zenuwachtig en onzeker van een taalbarriere. wat de meest komische dingen oplevert heerlijk :)
Choc ngu ngon haha
ps ik heb in Duitsland een fritalaria gekocht de kofferbak stinkt er nog naar, ging zo maar 12 jaar terug in tijd toen ik hem zag liggen haha
Groetjes Stef -
26 September 2009 - 19:42
Lodey:
Herlijk om weer even wat te lezen van je, wat schrijf je mooi over de mensen om je heen, ik zie ze bijna voor me, mooie rijstvrouw!
Ha det!!
Lodey en ROJOFRI -
26 September 2009 - 20:13
Ulco:
Hoi dierbare nicht. Wat een prachtig verhaal heb je weer geschreven. Van die leuke alledaagse ontmoetingen en dat overgoten met een filosofische saus. Alleen die reigermoordenaar... Daar heb ik toch moeite mee. Reigers zijn mij namelijk heel dierbaar. Maar aan de andere kant, als ze jouw eten opeten... Zou je ze niet kunnen wegjagen met een supersoaker? Is wat minder rigoureus.
Groeten uit Den Haag. -
28 September 2009 - 05:34
Ruud:
Hoi Annette,
Wat heerlijk om met jouw verhaal de week te beginnen. Prachtige lab-opstelling trouwens.
Groeten uit Frys Lan;-) -
28 September 2009 - 11:05
Manu:
Dat zal ze leren, die rot reigers! Groetjes uit Kamkura, Japan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley